Categorie archief: Poëzie

Even terug

EVEN TERUG

In dit steriele huis,
met zoveel meer
dan een paar
mankemente mensen,
schuifel ik,
alleen en traag,
voor de vierde maal vandaag,
naar het glazen kot
beneden.

Heerlijk onverstandig even,
voor een sigaretje,
en een slok azijn,
iets dat witte wijn moet zijn.

Waarom?

Even terug,
uit dit steriele huis,
tussen merels symfonie
en ook wat mager groen,
het gevoel te voelen van:
even terug,
weer wat normaal te zijn.

Even maar …

(zaterdag 18 mei 2013)

Mensen

je ontmoet
een mens
waarmee je praat,
en waarvan je
op een gegeven
moment denkt,
het is een vriend
geworden.

daar staat hij nu
met anderen om
zich heen,
zijn pijp te
stoppen,
zijn rug naar
jou gekeerd,
het lijkt,
hij schijnt je
niet te kennen.

alles wil ik denken,
maar echt begrijpen
doe ik niet.

Mager

1-9-90 NS

tijdens de traagheid
van het reizen
valt het mij op
hoe ik zo vleesloos
mager blijven kon
niet alleen mijn lijf
maar ook mijn geest
is al veel te lang
verstoken van het
voedsel
met welk het zonder
zo slecht groeien kan

Te paard

EERST NOG GEEN SPOOR TE BEKENNEN,
VOEL MIJ ZO LEKKER ALS EEN KIP,
MAAR VOOR IK ER ERG IN HEB,
IS DE ELLENDE ZONDER ENIG TEKEN
BINNENGEDRONGEN IN MIJN GESTEL.

PLOTS STEKEN ER NAALDEN IN MIJN GEWRICHTEN
EN KRUIPEN ER MIEREN IN MIJN NEUS,
EEN TSUNAMI ONTWIKKELT ZICH
VANUIT HET MIDDEN VAN MIJN HOOFD,
VOORTGEDREVEN DOOR ZO’N ACHT BEAUFORT.

NOG WAT LATER LIJKT HET OF IK MIJ
ONVRIJWILLIG OPHOUD IN EEN BLOK VAN IJS
HEVIG TRILLEND ALS EEN OEVERRIET,
BEVEND ALS EEN KNOKIG, MAGER HONDJE,
EVEN LATER GLOEIEND ALS EEN OUDE STOOF.

ZOALS BIJ VELE ONGEMAKKEN,
KOMT HET ALTIJD WEER TE PAARD,
EN KEERT TE VOET, HEEL TRAAG,
IN TEGENSTELLING , IS DE SLOTSOM,
TOT DE LIEFDE, DAAR IS HET MEESTAL ANDERSOM.

FMG. JANUARI 2011.

Intrede van een klein geluk

In de wereld tussen alleen maar groten,
hoor ik bij maar al te velen
vaak een oorverdovend stemgeluid,
uit angst zeker dat men hen niet hoort,
alles overstemmend alsof er prijzengeld op staat,
de handen vastgeklampt aan een persoon,
dat die maar vooral het luisteren niet laat.

Het zwart-wit van hun verhalen,
en de commentaren links en rechts,
soms kruislings simultaan,
vaak alleen maar om te scoren,
hun ego wordt nog extra opgeladen,
met een spraak veel groter dan tevoren.

Met het lopen van de tijd en drank
wordt dan nóg wat gas gegeven,
zodat voor de rest van de aanwezigen
het uitwisselen van gedachten
alleen op papier nog acceptabel lijkt.

Ik keer mij af, of verander van locatie,
niet vanuit een soort van superioriteit,
maar vanuit een afstand die ik voel,
een band die mij eerder al verliet,
hun humor niet begrijpend,
noch hun meestal vermeende prioriteit,
maar vooral het volume smaakt me niet.

En dan plots keert zich mijn ongemak,
door een onverwacht en schoon geluid,
het stemmeke van een kleine schat,
met ogen als glanzende kastanjes
en een lach van hier tot heel ver ginder,
mijn dag kan haast al niet meer stuk;
door de knieën voor dat klein juweel,
met de intrede van dat kleine groot geluk.

Blijf nog even hangen mooi klein mens,
en overstem met uw subliem soprano
de valsheid van het koor alhier,
en gooi er gerust een schepje bovenop,
samen met uw trommel harp en lier.

FMG 29-12-2010

Binnen bij jou

Gespeelde koelte.

Binnen bij jou
moet de glimlach
zijn sporen
verdiend hebben,
toen ik laatst, verwoed,
de muur rond jou trachtte
af te breken;
zo sterk zelfs,
dat mij uiteindelijk
diezelfde lach omarmde
en mij bekleedde
met genot, verzot op jouw
duidelijk gespeelde koelte,
die zich verried
vanuit de warmte
in jouw ogen.

Vanuit de begeerte
om te geven,
de deken van
je af te nemen,
het mijnenveld
rondom jou
te zuiveren en
een weg te openen
naar jou
bestaande warmte,
verborgen in de
bunker van jouw
diep gelegen zonnevlecht.

F.M.G. ’99  (Cis)

Belang

Met een vertrokken en verweerd gezicht
van straffe tegenwind en regen,
snelt ze voorbij het raam,
haar blik omlaag gericht,
geen belang in wie ze zo al
op haar weg ontmoet;
louter en alleen,
met enkel haar gedachten
gericht op wat ze stevig,
bijna met verbetenheid, vastklemt
tussen haar knoestig magere handen:
een nog warm gedecoreerde en in karton
verpakte schijf van deeg.

Straks als hoofd en maag,
van het oraal genot
hun bevrediging gevonden hebben,
zal datgene wat nog net daarvoor
leek een levensdoel te zijn,
van absoluut primair belang,
en een zaak van dood en leven,
zijn vervlogen met diezelfde
straffe tegenwind,
vervlogen als een nooit bestaand verlangen.

De anderen om haar heen
komen langzaam terug in het vizier,
nog later zit ze aan de toog naast mij
luid en wild gebarend
getuigend van een soort vergetelheid,
zich te vermaken met gevuld plezier.

FMG 18-11-10

Hypothetisch

HYPOTHETISCH

PUUR HYPOTHETISCH
GEEN TWIJFEL AAN,
EN ZONDER ONZE AFSTAND
IN TIJD VAN LEVEN,
DIE JAAR EN DAG VERSCHILT;

ALS IK DE SCHOONHEID ZIE IN JOU
ALS MENS EN VROUW,
ZONDER POESPAS OF MAAR ENIG SPEL,
GEWOON TE ZIJN
ZOALS JE BENT,
KOMT ER SPONTAAN
EEN GEDACHTE IN MIJ OP,
PUUR HYPOTHETISCH
ZONDER MEER;

 

WAT ZOU DE HEMEL MIJ GENEGEN ZIJN,

ALS NA ‘JURE’, MIJN JUWEEL,

ONS EERSTE PRACHT EN PRAAL ,

MIJN TWEEDE SCHOONHEID EN

NOG NIET VERWEKTE KIND,

IN WARMTE EN GENEGENHEID,

IN EEN VROUW ALS JIJ ,

ZIJN TROTSE MOEDER VINDT.

 

FMG 24-11-10

( voor Meliante )